SV | Maar het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, dat bracht hij van het voorste deel van het huis, van tussen [zijn] altaar, en van tussen het huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde [zijns] altaars noordwaarts. |
WLC | וְאֵ֨ת הַמִּזְבַּ֣ח הַנְּחֹשֶׁת֮ אֲשֶׁ֣ר לִפְנֵ֣י יְהוָה֒ וַיַּקְרֵ֗ב מֵאֵת֙ פְּנֵ֣י הַבַּ֔יִת מִבֵּין֙ הַמִּזְבֵּ֔חַ וּמִבֵּ֖ין בֵּ֣ית יְהוָ֑ה וַיִּתֵּ֥ן אֹתֹ֛ו עַל־יֶ֥רֶךְ הַמִּזְבֵּ֖חַ צָפֹֽונָה׃ |
Trans. | wə’ēṯ hammizəbaḥ hannəḥōšeṯ ’ăšer lifənê JHWH wayyaqərēḇ mē’ēṯ pənê habayiṯ mibên hammizəbēḥa ûmibên bêṯ JHWH wayyitēn ’ōṯwō ‘al-yereḵə hammizəbēḥa ṣāfwōnâ: |
Maar het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, dat bracht hij van het voorste deel van het huis, van tussen [zijn] altaar, en van tussen het huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde [zijns] altaars noordwaarts.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, dat bracht hij van het voorste deel van het huis, van tussen [zijn] altaar, en van tussen het huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde [zijns] altaars noordwaarts.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!